bFA Verzekeringen Home  


Direct naar:

 

 

Pensioen

Na je pensioen wil je financieel onbezorgd verder kunnen leven. Het is belangrijk om nu al te weten hoe het zit met je pensioen, dan kun je kijken of je zelf nog iets moet regelen.

AOW

Wanneer ontvang ik AOW?

Vanaf je 65e ontvang je van de overheid een AOW-uitkering. Het maakt hierbij niet uit welke nationaliteit je hebt en of je hebt gewerkt.

Hoeveel AOW krijg ik?

Welk bedrag aan AOW je krijgt, hangt af van het aantal jaren dat je tussen je 15e en 65e in Nederland hebt gewoond, van je woonsituatie en van de leeftijd van je eventuele partner.
Heb je tussen je 15e en 65e altijd in Nederland gewoond? Dan heb je recht op een volledige AOW-uitkering. Heb je korter in Nederland gewoond, dan wordt de AOW-uitkering lager. Woon(de) je bijvoorbeeld tussen je 15e en 65e twintig jaar in Nederland, dan ontvang je veertig procent van de AOW (twintig jaar keer twee procent is veertig procent).

De hoogte van de AOW is ook afhankelijk van je woonsituatie. Er zijn uitkeringen voor alleenstaanden, alleenstaande ouders en voor samenwonenden. Op de site van de Sociale Verzekeringsbank kun je lezen wanneer je samenwonend bent.

Let op!

Als je vóór 2015 65 jaar wordt en je hebt een jongere partner, dan heb je mogelijk recht op een AOW-toeslag. Of je daar inderdaad recht op hebt, hangt af van het inkomen van je partner. Heeft je partner geen inkomen, dan ontvang je de volledige toeslag.

Per 1 januari 2015 vervalt de toeslag op de AOW voor iedereen die 65 jaar wordt en een jongere partner heeft. Als je partner helemaal geen inkomen heeft, ontvang je zo’n achtduizend euro minder aan (AOW-)inkomen. Een tijdelijke teruggang in inkomen kun je voorkomen door nu al maatregelen te nemen, bijvoorbeeld door te sparen.

De hoogte van de AOW-uitkering verandert regelmatig. Op de site van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) vind je de meest recente cijfers.

Hoe kom ik aan een AOW-uitkering?

Zes maanden voor je 65ste verjaardag ontvang je een brief van de SVB waarin staat hoe je de AOW-uitkering kunt aanvragen. Heb je niks ontvangen? Neem dan contact op met het SVB-kantoor in je regio.

Later voldoende inkomen

Hoe kan ik zelf iets regelen voor mijn oudedag?

De vraag of je zelf moet zorgen voor een (aanvullende) oudedagsvoorziening, bijvoorbeeld door het afsluiten van een lijfrenteverzekering, is afhankelijk van het antwoord op twee vragen:

  • Welk inkomen denk je nodig te hebben nadat je gestopt bent met werken?
  • Zijn je pensioen plus je AOW daarvoor voldoende?

Je hoort vaak, dat een ‘goed pensioen’ gelijkstaat aan zeventig procent van je laatstverdiende inkomen. Die vuistregel gaat niet voor iedereen op. Wat voor jou een ‘goed pensioen’ is, hangt af van je persoonlijke levensomstandigheden.

Misschien kun je met een lager inkomen na je pensionering volstaan als je in een eigen huis woont en de hypotheek dan is afgelost, of als je niet meer de financiële zorg hebt voor je kinderen. Ook kan een lager pensioen voldoende zijn, wanneer je over spaargeld beschikt.

Denk goed na hoeveel geld je na je pensionering wilt uitgeven voor hobby's en vrijetijdsbesteding.
Twee dingen staan vast:

  • Een groot deel van de werkende bevolking krijgt te maken met een zogenaamd pensioengat: hun uitkering komt lager uit dan zeventig procent van het laatstverdiende salaris.
  • Hoe eerder begonnen wordt met het opvullen van het tekort, hoe eenvoudiger dat financieel is te bereiken: op latere leeftijd is dat een relatief hoge aanslag op het inkomen.

Heb je berekend welk inkomen je na je pensionering nodig hebt? Dan kun je met de Pensioenplanner op www.pensioenkijker.nl uitrekenen of het pensioen dat je opbouwt, voldoende is.

Lijfrenteverzekering afsluiten

Hoe kan ik zelf iets regelen voor mijn oudedag?

Sommige mensen nemen maatregelen om er zeker van te zijn dat ze voldoende inkomen hebben als ze met pensioen willen. Een aanvulling heeft vaak de vorm van een lijfrenteverzekering. Bij een lijfrenteverzekering zet je nu geld opzij, dat je later in de vorm van een periodieke uitkering (bijvoorbeeld eens per maand) op je rekening krijgt gestort. Je kunt op twee manieren geld opzij zetten: je kunt ervoor kiezen een jaarlijkse premie te betalen of om in één keer een eenmalig bedrag te storten. Dit laatste wordt ook wel een koopsom genoemd.

De jaarlijkse premie of de koopsom voor een lijfrenteverzekering kun je via de aangifte inkomstenbelasting in mindering brengen op je inkomen. Een deel van de premie krijg je dus via de Belastingdienst terug. Houd er wel rekening mee dat je later, als de lijfrenteverzekering gaat uitkeren, belasting moet betalen over het bedrag dat je dan ontvangt.

Het eindkapitaal kan gegarandeerd zijn of kan afhankelijk zijn van de resultaten van beleggingsfondsen; een mix van garantie en belegging is ook mogelijk. Met dat eindkapitaal koop je een lijfrente. Daardoor krijg je levenslang maandelijks een vast bedrag. Dat bedrag kan hoger uitvallen naarmate je langer in leven blijft. Wat nu, als je snel na het ingaan van de lijfrente overlijdt? Wel, dan stopt de verzekeraar de uitkering. Er is dan sprake van kapitaalverlies. Als je dat een vervelend idee vindt, kun je overwegen naast de lijfrenteverzekering ook een contraverzekering af te sluiten. Het kapitaal dat anders verloren zou zijn gegaan wordt dan uitgekeerd aan je nabestaanden. Natuurlijk moet je voor zo’n contraverzekering premie betalen. Maar het heeft altijd zin een offerte aan te vragen en dan af te wegen of in jouw geval zo’n verzekering nuttig is.

Oudedagsvoorzieningen

Welk inkomen krijg ik als ik met pensioen ga?

Als je stopt met werken, dan ga je ‘met pensioen’. Veel mensen hebben geen zin om al op jongere leeftijd na te denken over hun pensioen. Het is echter goed om je al op jongere leeftijd af te vragen of je na je pensionering voldoende inkomen ontvangt. Je kunt dan op tijd zelf iets regelen, als dat nodig is.

Je inkomen na je pensionering kan uit drie delen bestaan:
  • inkomen via de overheid (AOW)
  • pensioen opgebouwd via je werkgever
  • inkomen dat je zelf hebt geregeld, bijvoorbeeld door het afsluiten van een lijfrenteverzekering

De optelsom van de voor jou geldende regelingen bepaalt de hoogte van het inkomen dat je na je pensionering ontvangt.

Om je hierbij behulpzaam te zijn, vertellen we in het kort iets over:

  • de verschillende pensioenvormen
  • hoe je kunt nagaan welk pensioenbedrag je opbouwt
  • hoe veranderingen in je persoonlijke omstandigheden van invloed zijn op je pensioen
  • de redenen waarom je pensioen te laag kan zijn.

Pensioentekort

Wanneer kan je pensioen te laag zijn?

Het komt steeds minder voor dat mensen veertig jaar lang onafgebroken bij dezelfde werkgever in dienst zijn. En eigenlijk is dat het uitgangspunt om een volledig pensioen op te bouwen.

Vaak is de eerste reden van een pensioentekort dan ook een tekort aan dienstjaren.

Maar er kunnen meer aanleidingen zijn voor een tekort:
  • Je pensioensalaris is niet hetzelfde als je werkelijke salaris, Bijvoorbeeld omdat de dertiende maand, het vakantiegeld of bonussen niet meetellen voor de pensioenopbouw
  • De AOW-franchise komt niet overeen met je persoonlijke leefsituatie
  • Je hebt een ‘pensioenbreuk’. Die kan ontstaan doordat je van werkgever wisselt. Het pensioen dat je opbouwde bij je vorige werkgever wordt niet automatisch opgetrokken naar je nieuwe salarisniveau
  • Je hebt verlof opgenomen en je pensioenopbouw is in die tijd niet doorgegaan
  • Je pensioen wordt niet geïndexeerd. Dat betekent dat je pensioen niet wordt aangepast aan stijgende lonen en prijzen, waardoor de koopkracht achteruitloopt
  • Je pensioen wordt minder omdat je besluit een deel van het ouderdomspensioen in te ruilen voor een partnerpensioen
  • Je wilt eerder stoppen met werken. Daardoor mis je een aantal jaren pensioenopbouw. Als je je pensioen eerder laat ingaan, wordt ook nog eens de uitkering per maand lager
  • Je bent gescheiden en moest een deel van het opgebouwde pensioen afstaan aan je ex
  • De pensioenregeling waar je aan deelneemt heeft een ‘middelloonregeling’: je ontvangt dan niet zeventig procent van je eindloon, maar zeventig procent van het salaris dat je gemiddeld hebt verdiend.

Werkgever en pensioen

Welk pensioen bouw ik op bij mijn werkgever?

Als aanvulling op de AOW bouw je bij veel werkgevers tijdens het dienstverband pensioen op. Meestal betaal je een eigen bijdrage voor deelname aan de pensioenregeling. Het pensioen is ondergebracht bij een pensioenuitvoerder. Pensioenuitvoerders zijn pensioenfondsen of verzekeraars.

De pensioenuitvoerder waar je nu pensioen opbouwt, stuurt je elk jaar een Uniform Pensioen Overzicht(UPO). Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die je ontvangt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid. Hierop staan ook de bedragen die je eventuele partner en/of kinderen krijgen als je overlijdt.

Franchise

Je pensioenregeling houdt er rekening mee dat je later ook AOW krijgt. Daarom bouw je geen pensioen op over je hele pensioengevend salaris. Het deel van je pensioengevend salaris waarover je geen pensioen opbouwt, heet franchise. De hoogte van de franchise verschilt per pensioenregeling. De ene regeling gaat uit van de AOW voor één samenwonende 65-plusser, de andere pensioenregeling van de AOW die een stel 65-plussers samen krijgt. Ga eens na hoe dat zit bij jouw pensioenregeling. Is daarin het franchisebedrag gelijk aan de AOW voor een (echt)paar, dan kan dat nadelig uitpakken als je alleenstaande bent of tweeverdiener.

Je pensioengevend salaris minus de franchise heet de pensioengrondslag. Van deze pensioengrondslag wordt uitgegaan bij de opbouw van je pensioen.

Veel pensioenregelingen zijn zo samengesteld dat als je daarin veertig jaar deelneemt je (inclusief AOW) een pensioenbedrag opbouwt dat gelijk is aan zeventig procent van je salaris. Bij sommige regelingen is dat zeventig procent van je laatstverdiende salaris. Veel regelingen gaan echter uit van zeventig procent van het gemiddelde salaris dat je tijdens je carrière hebt verdiend.
Wil je dus na je pensioen een inkomen (AOW + werkgeverspensioen) hebben gelijk aan zeventig procent van je laatstgenoten salaris, dan moet je zelf maatregelen nemen als je:
  • Je 65ste korter dan veertig jaar deelnemer van de pensioenregeling bent geweest
  • Pensioenregeling niet uitgaat van je eindloon, maar van je gemiddeld verdiende salaris
  • AOW-franchise niet in overeenstemming is met je persoonlijke situatie

Beschikbare premieregelingen

In Nederland bestaan grofweg twee categorieën pensioenregelingen: middelloon- of eindloonregelingen enerzijds en beschikbare premieregelingen anderzijds. Er bestaan drie varianten van beschikbare premieregelingen:
  • De premie wordt besteed voor direct inkoop van een vaste uitkering
  • De premie wordt besteed voor directe inkoop van een kapitaal
  • De premie wordt belegd tot de pensioendatum
Beschikbare premieregelingen zijn de laatste jaren steeds populairder geworden. Zo bestaan nieuwe regelingen die worden uitgevoerd door een verzekeringsmaatschappijen voor een belangrijk deel uit beschikbare premieregelingen en ook bij pensioenfondsen neemt het aandeel toe.